Ouderen met licht verminderde schildklierwerking hebben geen baat bij behandeling met schildklierhormoon. Dat blijkt uit een grote Europese studie van onder meer het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). De behandeling zorgt er weliswaar voor dat het niveau van de schildklierhormonen normaliseert, maar heeft geen effect op de kwaliteit van leven en op klachten als traagheid, spierzwakte, hoge bloeddruk en gewichtstoename. De onderzoekers vinden daarom dat de huidige richtlijnen moeten worden aangepast.
Dat schrijven de onderzoekers in een publicatie in het wetenschappelijk tijdschrift The New England Journal of Medicine. Bij ongeveer één op de tien 65-plussers werkt de schildklier iets trager dan normaal. Artsen schrijven dan regelmatig schildklierhormoon levothyroxine voor. Dat doen ze om eventuele klachten te behandelen van een trage schildklierwerking, zoals spierzwakte, traagheid, hoge bloeddruk en gewichtstoename. In Europa en de Verenigde Staten behoort levothyroxine tot de meest voorgeschreven medicijnen. Maar is deze medicatie wel zinvol bij ouderen met een licht verminderde schildklierwerking (zogenoemde subklinische hypothyreoïdie)? Daarover bestond nog geen overeenstemming.
Schildklierhormoon of placebo
De TRUST-studie, geleid door de universiteit van Glasgow, Schotland, biedt nu uitsluitsel. De wetenschappers onderzochten 737 ouderen van gemiddeld 74 jaar met een licht verminderde schildklierwerking. Een derde van de deelnemers kwam uit Nederland. In Nederland werkten meer dan 300 huisartsen en ruim 20 huisartsenlaboratoria mee aan deze studie.
De helft van de deelnemende ouderen kreeg tabletten met als werkzame stof levothyroxine voorgeschreven, de andere helft slikte een placebo. Vervolgens werden de oudere deelnemers minimaal een jaar gevolgd.
Lees hier het volledige artikel.