Longkankerpatiënten met een mutatie die de tumor aanwakkert hebben meer baat bij een behandeling met eiwitremmers dan bij traditionele behandelingen zoals chemo- of immunotherapie.
Dit blijkt uit cijfers van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR), een databank met gegevens van alle patiënten met kanker in Nederland.
Onderzoekers van het Medisch Centrum Leeuwarden, het Universitair Medisch Centrum Groningen en het Integraal Kankercentrum Nederland onderzochten de cijfers en concludeerden dat na een behandeling met eiwitremmer 50% van de patiënten na twintig maanden nog in leven is; fors langer dan na een behandeling met chemotherapie.
Mediane overleving van negen naar twintig maanden
Bij longkanker met een mutatie is er een verandering opgetreden in het gen. Zo’n verandering is spontaan en dus meestal niet veroorzaakt door bijvoorbeeld roken. Door die mutatie krijgen cellen bepaalde eigenschappen waardoor ze kunnen blijven delen. Het vormt een tumor. Normale, gezonde cellen hebben deze eigenschappen niet.
Bij een traditionele behandeling met chemotherapie is de mediane overleving slechts negen maanden. Bij patiënten met een zogenaamde EGFR-mutatie werken specifieke tumorremmers van het eiwit Tyrosinekinase (TKI’s) veel beter: 50% van de patiënten is na twintig maanden nog in leven. Bijkomend voordeel is dat deze middelen minder bijwerkingen hebben dan chemotherapie en als tablet gegeven kunnen worden. Hierdoor hoeven patiënten niet voor een infuus naar het ziekenhuis.
Lees hier het volledige artikel.