Na een bariatrische ingreep moeten er andere uitkomstmaten worden gebruikt dan nu het geval is. De huidige behandeldoelen zijn meer gebaseerd op een ideaalbeeld dan dat ze ook realistisch en haalbaar zijn.
Dat concludeert maag-darm chirurg Arnold van de Laar die bij het AMC promoveerde op dit onderwerp. ‘Patiënten zouden eerlijke informatie moeten krijgen over wat ze kunnen verwachten na een ingreep. Dat voorkomt teleurstelling, demotivatie en zelfs onnodige heroperaties.’
Huidige uitkomstmaten achterhaald
Na bariatrische chirurgie is het percentage excess weight loss (%EWL) een populaire uitkomstmaat. Bij het behalen van 50%EWL wordt een operatie als succesvol beschouwd. Een probleem bij deze uitkomstmaat is dat hoe zwaarder het start-BMI is van de patiënt, hoe lager het %EWL is.
Bovendien wordt er vaak als tweede doel gesteld om naar een BMI van 25 m2/kg toe te werken. Ook hierbij zijn zwaardere patiënten in het nadeel. ‘De doelen zijn erg oneerlijk voor mensen die extreem zwaar zijn, terwijl minder zware mensen hiermee overdreven goede resultaten behalen’, aldus Van de Laar.
Lees hier het volledige artikel.