Complicaties zijn vaak nadelig voor de patiënt, maar hebben soms ook hun weerslag op de betrokken behandelaren. De nasleep van al dan niet vermijdbare fouten zou meer aandacht moeten krijgen, stellen Britse chirurgen in British Journal of Surgery.(2013;100:1748-55).
In alle beroepsgroepen gaan soms dingen mis. Hoe op fouten en complicaties wordt gereageerd is echter variabel. Om de impact van medische missers op zorgverleners te onderzoeken hielden Anna Pinto en haar collega’s met 27 chirurgen in 2 grote Londense ziekenhuizen semigestructureerde interviews. Ze kozen voor artsen die al minstens 3 jaar zelfstandig opereerden. Zij ondervroegen algemeen of vasculair chirurgen, omdat dit de specialisaties zijn met hogere operatieve risico’s.
Bijna alle chirurgen meldden emotioneel geraakt te worden door complicaties waarbij ze betrokken waren. Vaak ervoeren ze schuld, angst, boosheid, verlies van zelfvertrouwen en zorgen over de patiënt. Steun kregen de ondervraagden vooral van directe collega’s. De meesten zochten advies bij vakgroepgenoten en probeerden te analyseren waar het misging en wat ze daarvan konden leren. Om de emoties de baas te krijgen meldden de ondervraagden onder andere rationalisatie, het in gesprek gaan met de betrokken patiënten en dissociatie. Een op de 7 chirurgen nam de vlucht tot alcohol.
Terwijl collega-chirurgen dus vaak als steunend werden ervaren schoot volgens twee derde van de operateurs het ziekenhuis als organisatie zelf tekort in de nasleep van een misgelopen behandeling. Volgens de geïnterviewden reageerden de instituten meestal met verwijten of door een straf op te leggen, wat het leren van de fouten in de weg stond en bovendien het verwerkingsproces bij de arts in kwestie niet ten goede kwam. De auteurs suggereren dan ook maatregelen om enerzijds na een fout de psychologische druk op betrokkenen te verlichten en om anderzijds effectiever van missers te leren.
Bron: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde