Artrose in de knie of heup

Artrose

Artrose (gewrichtsslijtage) is een aandoening van de gewrichten die voornamelijk op oudere leeftijd voorkomt. Hoe artrose ontstaat, is niet precies bekend. Verschillende factoren zijn daarop van invloed. Door aangeboren afwijkingen, beschadiging na breuken of ontstekingen, kan artrose ook eerder ontstaan. Bij artrose raakt het kraakbeen in het gewricht beschadigd. Het gaat in kwaliteit achteruit. Door de afname van het kraakbeen kan het gewricht minder goed de schokken van een beweging opvangen. Uiteindelijk kan het kraakbeen geheel verdwijnen en bewegen ruwe botuiteinden langs elkaar. Bewegen doet dan pijn en gaat gepaard met krakende en “knoepende’ sensaties. De belasting op de botten onder het kraakbeen verandert. Er komt meer kracht op. Het bot probeert deze grotere belasting op te vangen door wat breder te worden. Aan de rand van het bot kunnen zich benige uitsteeksels vormen.

Men kan artrose hebben in één gewricht (mono-artrose) of in meerdere gewrichten (poly-artrose). Als men in één gewricht artrose heeft, hoeft dit niet te betekenen dat men het ook in een ander gewricht krijgt.

Gevolgen van artrose in de knie of heup

De invloed van artrose op het dagelijkse leven hangt af van hoe de aandoening zich ontwikkelt. Dat is bij iedereen anders. De klachten kunnen zijn:

  • pijn
  • ochtendstijfheid
  • verminderde beweeglijkheid
  • afname van spierkracht en stabiliteit
  • verminderde conditie
  • gewrichtsontsteking

Bij artrose van de knie of heup overheersen meestal de pijnklachten. Er kunnen ook ontstekingen in de gewrichten ontstaan. Het gewricht wordt dan behalve pijnlijk ook warm en gezwollen. Door deze klachten kunnen problemen ontstaan met allerlei activiteiten zoals lopen, traplopen, in en uit de auto stappen, fietsen of schoenen aantrekken. Als de artrose toeneemt, kan de pijn verergeren en de beweeglijkheid van het gewricht verminderen.Het komt vaak voor dat in de loop van de tijd de pijnklachten verminderen, ondanks een steeds verder afnemende beweeglijkheid en een toenemend verlies van de gewrichtsfunctie.

Behandeling

Artrose is helaas niet te genezen. Daardoor denken veel mensen dat er aan artrose niets gedaan kan worden. Dat klopt niet, er kunnen maatregelen worden getroffen en leefregels worden opgevolgd waardoor de klachten afnemen, zodat men in het dagelijkse leven zo min mogelijk wordt beperkt.

In Rijnstate Arnhem worden patiënten met artrose in de knie of heup via een speciale knie- of heupartrosepoli onderzocht, behandeld en begeleid door een artroseteam. Dit artroseteam bestaat uit een orthopedisch chirurg en een verpleegkundig specialist of een arts-assistent orthopedie. Door middel van een behandelplan schrijft het artroseteam de therapie voor die het beste bij de patiënt past. Dit behandelplan kan bestaan uit advies over leefregels, pijnstillers of injecties. Ook worden bepaalde voedingstoffen (glucosaminesulfaat en chondroïtinesulfaat) geadviseerd. Dit alles wordt gecombineerd met een oefenprogramma op Sport Medisch Centrum Papendal. Dit oefenprogramma is speciaal voor knie- of heupartroseklachten ontwikkeld.

Leefregels

  • Pas leefgewoonten aan:
  • Voorkom overgewicht en val zonodig af. Overgewicht is vooral een risicofactor voor het krijgen van artrose in de knie. Daarnaast geldt voor het kniegewricht dat met elke kilo extra lichaamsgewicht het kniegewricht met vijf kilo extra belast.
    • Blijf bewegen. Omdat bewegen pijnlijk kan zijn, heeft iemand met artrose soms de neiging minder te bewegen. Maar een gewricht met daaromheen goed geoefende spieren kan meer verdragen en doet juist minder pijn. Het advies is om een activiteit te kiezen die bij iemand past en die men vol kan houden. Bijvoorbeeld wandelen, zwemmen of fietsen in plaats van hardlopen of springen.
    • Beperk activiteiten die klachten kunnen verergeren, zoals traplopen, hurken, knielen of kruipen. Wissel zware en lichte taken af en pas op met tillen en sjouwen.
    • Rust op tijd uit, zeker als het gewricht warm, gezwollen of pijnlijk is. Zoek een goed evenwicht tussen rust en activiteit en verander regelmatig van houding en beweging.
  • Maak gebruik van hulpmiddelen die uw gewricht verlichting kunnen geven, zoals:
  • Een stok
  • Een coldpack of een washandje met ijsklontjes, als het gewricht pijnlijk, warm en gezwollen is.
  • Soms wordt bij knieartrose een brace of een speciale zool in de schoen geadviseerd.
  • Fysiotherapie. Dit kan helpen om het achteruitgaan van het gewricht te vertragen. Oefeningen verhogen de mobiliteit en soepelheid van uw gewricht ie en versterken de spieren rondom het gewricht.

Pijnstillers en of kenacortinjecties

Naast bovengenoemde maatregelen kunt u medicatie voorgeschreven krijgen. Omdat niet iedereen hetzelfde op medicijnen reageert, geeft de orthopedisch chirurg of verpleegkundig specialist hierover advies. De pijnstillers kunnen het slijtageproces niet stoppen. Pijnstillers die vaak worden voorgeschreven bij artrose zijn:

  • Paracetamol. Paracetamol is een pijnstiller die de meeste mensen goed verdragen en die geen maagproblemen veroorzaakt. De maximale dosering is viermaal daags 2 tabletten paracetamol van 500 mg per dag. Het is raadzaam om de tabletten op vaste tijden in te nemen.
  • Ontstekingsremmers (NSAID’s). Deze medicijnen remmen de ontsteking en verminderen de verschijnselen die daarbij horen, zoals pijn en stijfheid. Meestal wordt deze medicatie tijdelijk voorgeschreven, omdat maag- en darmklachten als bijwerking kunnen optreden. NSAID’s worden daarom vaak gecombineerd met een maagbeschermer. Verder kan het gebruik van NSAID’s invloed hebben op de werking van andere medicijnen.
  • Tramadol. Tramadol is een morfineachtig medicijn en werkt pijnstillend, maar niet verslavend. Het gebruik van Tramadol moet langzaamaan worden opgebouwd en als de pijn minder wordt ook langzaamaan worden afgebouwd.
  • In de knie kunnen injecties met kenacort/lidocaine gegeven worden. Deze injectie wordt gegeven bij patiënten met knieartrose die ontstekingsverschijnselen in de knie hebben. Alleen tijdens periodes van intensieve fysiotherapie zullen geen kenacort/lidocaine injecties gegeven worden. Kenacort is een corticosteroïden (natuurlijke hormoon) met een ontstekingsremmende werking en lidocaine is een pijnstiller. Dit kan na zes weken herhaald worden. Vaak is de ontsteking na 2 à 3 injecties onder controle. Deze behandeling geeft vaak een behoorlijke pijnverlichting, die vaak langdurig aanhoudt.
  • In de heup kan onder röntgendoorlichting pijnstilling in de heup worden geïnjecteerd. Dit heet een marcaïnisatie. Dit is bedoeld om te achterhalen of de heupklachten daadwerkelijk door artrose worden veroorzaakt of dat er een andere reden voor de klachten is.

.Glucosaminesulfaat en chondroïtinesulfaat.

Er wordt geadviseerd om: glucosaminesulfaat en chondroïtinesulfaat te gebruiken Dit zijn voedingssupplementen en bouwstenen van belangrijke onderdelen van kraakbeen en de gewrichtsvloeistof. Ze kunnen de kraakbeencellen helpen bij het repareren van het kraakbeen. Tot nu toe is niet wetenschappelijk aangetoond dat deze voedingsstoffen echt het herstel van het kraakbeen bevorderen. Wel is bewezen dat zij bij veel patiënten zorgen voor een duidelijke vermindering van de pijn en de stijfheid van het gewricht.De voedingsstoffen zijn in tabletvorm verkrijgbaar. Mocht er na ongeveer drie maanden geen verbetering merkbaar zijn, dan kan er gestopt worden met deze voedingsupplementen.

Fysiotherapie

Sport Medisch Centrum Papendal heeft een oefenprogramma ontwikkeld voor mensen met knieartrose. Doel van dit oefenprogramma is om de patiënt optimaal te laten functioneren in het dagelijks leven, tijdens werk en sportactiviteiten. Uit onderzoek is bekend dat mensen met knie- en heupartrose verminderde kracht hebben in respectievelijk hun bovenbeen- en heupspieren, vergeleken met gezonde leeftijdsgenoten. Deze verminderde kracht zorgt voor beperkingen in het dagelijks leven. Het is ook bekend dat krachttraining van de respectievelijk de bovenbeen- en heupspieren zorgt voor afname van de pijnklachten.

Het oefenprogramma bestaat uit een traject van 13 weken, waarbij er twee keer per week getraind wordt onder begeleiding van een ervaren fysiotherapeut. De training vindt plaats in groepen waarbij het accent op kracht, stabiliteit en conditie ligt. Vanaf het begin van het traject wordt ingegaan op specifieke, individuele doelstellingen en na drie maanden wordt individueel advies gegeven voor werk, vrije tijd- en sportactiviteiten.

Operatieve ingreep

Als de klachten van artrose niet verminderen door bovenstaande behandelingen, kan een operatie noodzakelijk zijn. Mogelijke operatieve ingrepen:

  •     Een kijkoperatie.
  •     Tijdens een kijkoperatie bekijkt de orthopedisch chirurg de binnenkant van het gewricht en verwijdert eventuele losse fragmenten.

 Een osteotomie
Deze behandeling vindt plaats bij knieartrose waarbij de benen in o-stand staan door artrose aan de binnenkant van de knie. Het scheenbeen wordt hierbij doorgezaagd om deze op één lijn te krijgen met het kniegewricht. Daardoor neemt de belasting aan de binnenkant van de knie af.

Een knie- of heupprothese
Bij deze operatie wordt een prothese geplaatst om de beschadigde delen van het gewricht vervangen. Deze operatie gebeurt alleen als de andere behandelingen niet meer helpen.

Knie- of heupprothese

Het doel van het implanteren van een knie- of heupprothese is:

  •     het verminderen van pijn en het verbeteren van kwaliteit van leven;
  •     het herstellen van het functieverlies van uw knie; .
  •     het corrigeren van eventuele vergroeiingen (bijvoorbeeld o- of x-benen).

Leny Blonk, verpleegkundig specialist Orthopedie

Ziekenhuis Rijnstate