Doordat we met zijn allen steeds ouder worden, krijgen steeds meer mensen last van aandoeningen als artrose van heup en knie en fibromyalgie. Deze ziekten hebben verschillende oorzaken, maar hun symptomen lijken op elkaar: chronische pijn en stijfheid in het spierskeletstelsel, in bindweefsels en vermoeidheid. Zeker als de pensioenleeftijd stijgt, kunnen deze aandoeningen ook op de werkvloer steeds meer problemen veroorzaken.
Miriam van Ittersum onderzocht in hoeverre beginnende artrose mensen in hun werk beperkt. Uit het onderzoek blijkt dat de functionele capaciteit en de ervaren gezondheid bij deze patiëntengroep slechter zijn dan bij gezonde mensen van dezelfde leeftijd. Een deel van de vrouwen met heup- en/of knieklachten kan mogelijk geen werk meer doen dat fysiek licht belastend is.
Ook voor vrijetijdsbestedingen heeft de aandoening consequenties.
De manier waarop patiënten denken over hun ziekte, heeft grote invloed op de gezondheidsbeleving van mensen met aandoeningen als artrose en fibromyalgie. Van Ittersum stelt dat zorgverleners hier ruim aandacht aan moeten besteden. Voor een complexe aandoening als fibromyalgie is behandeling door een multidisciplinair samengesteld team waarschijnlijk het beste. Om in kaart te brengen hoeveel werk patiënten aankunnen, is een onderzoek naar de functionele capaciteiten niet voldoende, zo stelt de onderzoekster verder. Er moet ook werkplekonderzoek plaatsvinden en analyse van de manier waarop de patiënt zijn of haar ziekte ervaart.
Om toenemende arbeidsongeschiktheid door artrose en fibromyalgie te voorkomen, zal er meer aandacht moeten komen voor gerichte behandeling, aanpassing in het werk en vroegtijdig signaleren van risicogroepen en -factoren, aldus de onderzoekster.
Miriam van Ittersum (Alphen aan den Rijn, 1978) studeerde Bewegingswetenschappen en Fysiotherapie in Groningen en doceert aan de opleiding Fysiotherapie van de Hanzehogeschool Groningen. Ze verrichtte haar onderzoek aan het Lectoraat Transparante Zorgverlening van diezelfde onderwijsinstelling en binnen onderzoeksschool SHARE. Het onderzoek werd mede gefinancierd door het promotiefonds van de Hanzehogeschool Groningen, het convenant voor promotieonderzoek tussen Rijksuniversiteit Groningen en Hanzehogeschool Groningen en het Reumafonds, het Wetenschappelijk College Fysiotherapie en de Van Hoytemastichting.
Bron: Rijksuniversiteit Groningen bewerkt Fonds Beter voor Gewrichten