Artritis psoriatica systematisch uitgezocht

Ongeveer 1 op de 5 mensen met de huidziekte psoriasis krijgt artritis psoriatica, een vorm van reuma waarvan de gevolgen soms minstens zo erg zijn als van reumatoïde artritis. Het is niet duidelijk waarom een deel van de psoriasispatiënten ook gewrichts- en peesontstekingen krijgt. Onderzoeker en reumatoloog in opleiding Emmerik Leijten doet er alles aan om dit te weten te komen en om behandeling in de toekomst te verbeteren.

Leijten werkt in het team van prof. dr. Timothy Radstake in UMC Utrecht. Radstake staat internationaal bekend om zijn unieke systeembiologische onderzoeksmethode. Leijten: ‘In die onderzoeksmethode kijken we naar alle cellen van het immuunsysteem en gebruiken de nieuwste laboratoriumtechnieken om hun functie beter te begrijpen. Zo hopen we een veel completer beeld te krijgen van wat er in het immuunsysteem gebeurt.’

Immuunsysteem van 600 patiënten in kaart brengen
Om te weten te komen waardoor psoriasis bij sommige patiënten doorslaat naar artritis psoriatica gaat Leijten komende jaren gegevens van 300 mensen met artritis psoriatica én van 300 mensen met psoriasis vastleggen. ‘Het is heel belangrijk om de immuunsystemen van beide groepen in kaart te brengen’, aldus de onderzoeker. ‘Je kunt je voorstellen dat het veel uitmaakt als we straks weten waar we op moeten letten bij mensen met psoriasis. Als bepaalde biologische ‘markers’ of signaalstoffen de kans op gewrichtsklachten verhogen, kan de huidarts deze groep mensen in de toekomst bijvoorbeeld gericht voor controle naar de reumatoloog sturen, het liefst voordat er schade is opgetreden.’

Patronen ontdekken met behulp van de computer
Uit het bloed van de patiënten met psoriasis en artritis psoriatica gaat Leijten alle belangrijke afweercellen van het immuunsysteem halen. ‘In het laboratorium bekijken we de functie van de cellen op verschillende niveau. We kijken bijvoorbeeld naar de genetische informatie van een cel, naar de factoren die weer invloed hebben op de genen, en naar de uiteindelijke ‘producten’ van een cel zoals ontstekingseiwitten.’

‘Als samenwerkende huidartsen en reumatologen in UMC Utrecht doen we natuurlijk ook ons dagelijks werk’, vervolgt Leijten. ‘We behandelen patiënten en we verzamelen die gegevens. De grote hoeveelheid gegevens van het laboratorium en de kliniek worden uiteindelijk door de computer geanalyseerd om te achterhalen welke patronen in het immuunsysteem samenhangen met de klachten van patiënten. Zo hopen we dus ook te ontdekken waarom psoriasis bij sommige mensen uitmondt in artritis psoriatica.’

Agressievere vormen van artritis psoriatica sneller opsporen
Leijten ziet als reumatoloog in opleiding regelmatig patiënten met vergevorderde gewrichtsklachten door artritis psoriatica. ‘Dan heb ik het over vergroeiingen en afbraak van gewrichten die soms niet onderdoen voor ernstige reumatoïde artritis, met alle gevolgen van dien. Er is in de praktijk nog te weinig inzicht in hoe de ziekte zich ontwikkelt. Ik hoop dan ook uit de gegevens uit de groep van 300 mensen met artritis psoriatica voorspellers te vinden waarmee we de agressievere vormen van artritis psoriatica in de toekomst sneller kunnen opsporen.’

Voorspellers kunnen ook helpen bij behandelingen
Leijten vervolgt: ‘Als we die voorspellers kennen, dus als we weten welke cellen een rol spelen bij het ontstaan van de gewrichtsklachten, hebben we hopelijk ook nieuwe mogelijkheden voor het behandelen van artritis psoriatica. Voorspellers kunnen daarnaast helpen uit te vinden welke bestaande geneesmiddelen het beste zullen werken. Daar is vaak ook nog te weinig kennis over. Artritis psoriatica mag dan lijken op reumatoïde artritis, het beloop is toch vaak anders. Artsen weten niet precies welk medicijn op welk moment het beste ingezet kan worden voor de individuele patiënt. Als we dat beter weten, kan de behandeling ook verbeteren.’

Geen deelnemers voor onderzoeken gevraagd
De in totaal 600 deelnemers aan het onderzoek van Emmerik Leijten zijn reguliere patiënten van het UMC Utrecht en eventueel van samenwerkende ziekenhuizen. ‘Patiënten kunnen zich dus niet bij ons aanmelden’, benadrukt Leijten. ‘We gaan deze patiënten 5 jaar lang volgen. Ik hoop dat we binnen 10 jaar een veel duidelijker beeld hebben van hoe artritis psoriatica ontstaat en hoe we de ziekte beter kunnen behandelen.’

Bron: Reumafonds