De verplichte tewerkstelling van arbeidsgehandicapten en bijstandsgerechtigden in ruil voor overheidsopdrachten leidt tot verdringing van mensen met een baan. Het arbeidsmarktdeel van de Participatiewet komt daarmee eigenlijk neer op het rondpompen van werklozen.
Op maandagavond bracht het NCRV-programma Altijd Wat Monitor de resultaten van een enquête naar buiten: een op de drie bedrijven die ‘mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt’ moeten inzetten, neemt gedwongen afscheid van werknemers. Het gegeven zelf is niet nieuw (1), de schaal waarop wel, als we even aannemen dat de enquête van de NCRV valide gegevens heeft opgeleverd.
Maar is het erg dat langdurig werklozen, al dan niet met een beperking, een kans krijgen om arbeidservaring op te doen ten koste van mensen die vaak al vele jaren werkervaring hebben? Nee, zegt de staatssecretaris, ‘je gunt ook degene een baan die al heel lang buitenspel staat’. Het klinkt allemaal weer heel redelijk en sympathiek, maar aan de redenering van Klijnsma liggen een paar vooronderstellingen ten grondslag die veel vragen oproepen.
De staatssecretaris lijkt ervan uit te gaan dat een baan een schaars goed is waar iedere Nederlander zo nu en dan recht op heeft. Het woord ‘schaars’ is hier cruciaal. Als er meer banen waren dan mensen die willen en moeten werken, was het probleem er niet. Maar we zitten sinds 2008 met een massawerkloosheid waarvan het einde nog niet in zicht is. Meer banen is natuurlijk dé oplossing, maar die laten zich niet out of the blue te voorschijn toveren. En daar lijkt de staatssecretaris zich bij neer te leggen.
De ene groep kwetsbaren wordt tegen de andere uitgeruild
Herverdeling van het bestaande arbeidsvolume over meer mensen zou zoden aan de dijk kunnen zetten. Maar gedachten over herverdeling van werk komen niet op bij de staatssecretaris. Ze kiest voor een andere strategie: het bestaande, toch al te kleine arbeidsvolume accepteren en het aantal mensen dat een baan wil uitbreiden door enkele honderdduizenden bijstandsgerechtigden, WSW’ers en Wajong’ers de arbeidsmarkt op te prikkelen. Een substantieel deel van die mensen aast na de invoering van de Participatiewet, op 1 januari aanstaande, op de banen die laaggeschoolden nu onder vaak slechte arbeidsvoorwaarden en tegen een laag inkomen vervullen. Dat minimum aan bestaanszekerheid in de onderste regionen van de arbeidsmarkt staat nu ook op de tocht.
Lees hier het volledige artikel.