Mensen met een beperking aan het werk krijgen of houden, is veel simpeler dan wordt gedacht. Dat blijkt uit onderzoek ‘Wat werkt wel en wat werkt niet’, dat landelijke patiëntenorganisaties onder 4.964 mensen met een ziekte of geestelijke of lichamelijke beperking deden. Een goede sociale werkomgeving en relatief eenvoudige aanpassingen van het werk, zijn de belangrijkste voorwaarden. Steun en begrip van collega’s, onder wie leidinggevenden, zijn het belangrijkst op het werk. Voor wie niet werkt, zijn eenvoudige veranderingen, zoals aanpassing van werktijden en van het werk zelf, nodig om actief te worden op de arbeidsmarkt. Terwijl verbeteringen van de arbeidsdeelname binnen handbereik liggen, is voor meer dan de helft van de mensen de inkomenssituatie de afgelopen 3 jaar verslechterd.
Het onderzoek: de feiten
Ruim een derde van de respondenten heeft werk. 43% noemt accepteren van en kunnen omgaan met de ziekte het belangrijkste om aan het werk te kunnen blijven. Ook steun van leidinggevenden (42%), collega’s (28%) en naasten (22%) scoren hoog.
Wie niet werkt, heeft behalve steun en acceptatie vaak genoeg aan aangepaste werktijden (30%) en aanpassing van de werkinhoud (20%) om aan het werk te kunnen.
Kruiwagens helpen
Als het niet lukt om werk te vinden, slaat moedeloosheid toe. Mensen ervaren stigmatisering en discriminatie en het is daarom niet verrassend dat sommigen de zoektocht naar werk opgegeven. Voor instanties als de arbodienst, re-integratiebureaus, bedrijfs- en verzekeringsartsen is weinig waardering. Iemand met een arbeidshandicap voelt zich daar niet begrepen en niet serieus genomen. Veel meer vertrouwen hebben mensen in hun sociaal netwerk. 65% ervaart dat ambassadeurs uit de doelgroep deuren openen voor mensen met een arbeidsbeperking. Het belang van netwerken en ‘kruiwagens’ wordt aanzienlijk vaker genoemd dan dat van instanties.
Lees hier het volledige artikel.