Als je een angst- of dwangstoornis of een fobie hebt, kan dat je leven enorm beïnvloeden. Lotgenotencontact blijkt een goede opening te bieden om tenminste over je angsten te kunnen praten en tips en ervaringen uit te wisselen.
En dat is broodnodig, weet adjunct-directeur Sander Pronk van de Angst Dwang en Fobie Stichting (ADF Stichting).
,,Eén op de vijf mensen in Nederland krijgt in zijn leven te maken met een angst- of dwangstoornis. De nieuwste cijfers wijzen zelfs uit dat we naar één op de vier gaan. Dat zijn ongelooflijk veel mensen, toch rust er nog steeds een taboe op deze psychische aandoeningen.”
Marina de Wolf-Ferdinandusse richtte in 1968 De Fobie Club ’68 op, de voorloper van de ADF Stichting. Zij had zelf een paniekstoornis en ontdekte dat er geen goede behandeling voor was.
Taboe
,,Dat de stichting nog steeds bestaat én nodig is, toont aan dat het taboe nog steeds heel groot is”, aldus Pronk. ,,Angst- en dwangstoornissen komen voor bij mensen in alle geledingen van de samenleving. Onze missie is een begripvolle samenleving te creëren, waarin over het hebben van psychische klachten net zo open gepraat kan worden als over bijvoorbeeld het hebben van een tennisarm.”
Het hebben van een depressie lijkt wel steeds meer hardop uitgesproken te kunnen worden, Pronk vertelt dat veertig procent van de mensen met angstklachten ook depressieve klachten hebben. ,,Angst zit in ons allemaal en is ook heel nuttig: angst behoedt ons voor gevaar. Maar als angstige gedachten je leven gaan beheersen en je continu ‘in angst staat’, levert dat een gevaar op voor je gezondheid.”
Lees hier het volledige artikel.