Zodra de reguliere oogzorg weer opstart, verwachten zorgverleners in de oogheelkunde een stuwmeer aan uitgestelde zorg. En dat terwijl ook vóór de coronacrisis al sprake was van lange wachttijden bij de oogarts. De Oogvereniging, het Nederlands Oogheelkundig Gezelschap (NOG) en de Optometristen Vereniging Nederland (OVN) zijn daarom een samenwerking aangegaan.
Netwerken van huisartsen, oogartsen en optometristen in de regio kunnen vanaf nu aan de slag met ‘De juiste oogzorg op de juiste plek’ na afstemming met de zorgverzekeraars.
Voor de coronacrisis duurde het al gemiddeld 7,6 weken (peildatum februari 2020) voordat een patiënt terecht kon bij de oogarts voor een eerste afspraak. Volgens de treeknorm hoort dit binnen vier weken te zijn. De verwachting is dat de wachttijd voorlopig niet korter wordt. Het aantal verwijzingen naar de oogarts is sinds de coronacrisis gedaald met zo’n 80 duizend patiënten per maand.
Door de toename van oogheelkundige zorgvraag groeit het tekort aan capaciteit in de tweedelijnsoogheelkunde. Het versneld invoeren van Juiste Oogzorg op de Juiste Plek in de vorm van regionale netwerken van huisartsen, optometristen en oogartsen biedt mogelijkheden om de zorgvraag op te vangen. Bij dit nieuwe initiatief, dat in de steigers was gezet vóór de corona-uitbraak, vindt triage plaats van specifieke oogheelkundige problemen. Daardoor kan een deel van de zorgvragen in de eerste lijn worden beoordeeld door de optometrist. Het voordeel van de nieuwe werkwijze is dat bepaalde patiënten sneller terecht kunnen bij een optometrist dichtbij huis.
Lees hier het volledige artikel.