Er zal op den duur een steeds grotere kloof ontstaan tussen zorg voor mensen met een goed pensioen en zorg voor mensen van wie geen eigen bijdrage te verwachten is. Dat schrijft ANBO in een brief aan de Tweede Kamer. De Kamer debatteert maandag 10 juni over de contouren van de toekomst van langdurige zorg, die staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid in april presenteerde.
Kloof tussen arm en rijk
ANBO protesteert al maanden tegen de bestaande verhoging en de verdere voorgenomen verhoging van de eigen bijdrage voor zorginstellingen. Uit de visiebrief van de Staatssecretaris wordt niet duidelijk hoe de eigen bijdrage voor intramurale zorg er uit komt te zien. Deze eigen bijdrage gaat stijgen, maar hoeveel is niet duidelijk.
“ANBO vreest een kloof tussen ‘rijke’ en minder bemiddelde ouderen, als de eigen bijdragen dusdanig stijgen dat particulier ingekochte zorg een beter alternatief wordt. Zodra die tendens ontstaat – en bij een maandelijkse bijdrage van 2500 euro komen we aardig in de buurt – wordt de solidariteit in de zorg verregaand ondergraven, en zullen zorginstellingen voornamelijk bewoond worden door mensen die dat alternatief niet hebben”, zo schrijft ANBO-directeur Liane den Haan. Ze roept de Kamer op om de Staatssecretaris te overtuigen, en met betere plannen te laten komen.
Meer verantwoordelijkheden, niet meer geld
De eigen bijdrage is niet de enige zorg. ANBO vindt het problematisch dat het kabinet én op zorg in instellingen bezuinigt én op zorg thuis. Gemeenten krijgen steeds meer verantwoordelijkheden, maar niet meer geld. ANBO deelt de mening van de staatssecretaris dat verzekeraars, gemeenten, corporaties en zorgaanbieders meer moeten samenwerken, maar ziet in de uitvoering nog wel wat knelpunten ontstaan. “Een vacuüm dreigt, omdat verschillende partijen elkaar de verantwoordelijkheid zullen toespelen, terwijl geen van hen bij machte is die te dragen”, aldus Den Haan. ANBO pleit al tijden voor het centraal stellen van de cliënt in de langdurige zorg. De discussie over de toekomst van de zorg gaat terecht over de betaalbaarheid ervan, maar in de eerste plaats zou de kwaliteit van leven centraal moeten staan.
Bron: ANBO