Amsterdam UMC stelt gegevens over IC-patiënten beschikbaar om levens te redden

Als eerste ziekenhuis in Europa stelt Amsterdam UMC data over intensive-carepatiënten beschikbaar voor wetenschappelijk onderzoek en om de zorg te verbeteren. Individuele patiënten zijn hierbij redelijkerwijs niet identificeerbaar.

Hierdoor moeten toekomstige IC-patiënten sneller de juiste behandeling krijgen. Dat is hard nodig, want tot 30 procent van de patiënten op de intensive care overlijdt.

In totaal zijn er bijna 1 miljard datapunten beschikbaar, vooral vanuit de bewakingsapparatuur. Juist door deze big data kunnen artsen en wetenschappers vanuit de hele wereld algoritmes ontwikkelen met kunstmatige-intelligentie-technieken als machine learning.

Het initiatief voor deze ontwikkeling komt van de Europese Vereniging voor Intensive Care Geneeskunde (ESICM) met de oprichting van hun sectie Data Science. Het project wordt gesteund door de Nederlandse Vereniging voor Intensive Care (NVIC). Ze moedigen andere ziekenhuizen aan dit voorbeeld te volgen.

“Gegevens delen om behandelingen beter te maken is erg belangrijk voor toekomstige patiënten”, aldus dr. Paul Elbers, intensivist in Amsterdam UMC en projectleider. “En als je dat zeer zorgvuldig doet, is daar veel draagvlak voor”, vult zijn collega dr. Patrick Thoral aan. In eigen land steunen intensivisten uit Radboudumc, Erasmus MC Rotterdam, OLVG Amsterdam, UMC Utrecht en Maastricht UMC+ het initiatief. Ook zij willen data op deze verantwoorde manier beschikbaar stellen. En ook de patiëntenorganisatie IC Connect en de stichting Family Centered Intensive Care laten weten achter deze manier van data delen te staan.

Lees hier het volledige artikel.