Hoogleraar gezondheidspsychologie Andrea Evers doet onderzoek naar chronische pijnklachten.
Onverklaarbare pijn is een groot probleem voor veel Nederlanders. Ongrijpbaar, maar een oplossing komt dichterbij met onderzoek in Leiden.
Het schemert buiten als Yvette Moerdijk (31) vanuit haar rolstoel de voordeur opent. Tien hoog in een verzorgingstehuis in Utrecht. “Mooi uitzicht, hè? Daar in de verte zie je de Domtoren, en vanuit de woonkamer kijk je uit over Kanaleneiland.” Helaas is dit uitzicht tijdelijk, zegt ze met een knipoog. “Over een paar weken woon ik weer gewoon in mijn eigen huis in Amersfoort.”
Moerdijk heeft in januari een zware astma-aanval gehad waarvan ze nu in dit verzorgingshuis herstelt. Reden voor het gesprek is niet de astma, maar de onverklaarbare pijn en vermoeidheid waar Moerdijk al 21 jaar mee kampt.
Fibromyalgie, heet die chronische pijnziekte met een duur woord. Geen dokter kan er een medische oorzaak voor vinden. Ontstekingen in de gewrichten, zoals bij reuma, zijn er bijvoorbeeld niet. Toch kan de pijn gruwelijk zijn, zo zien wetenschappers onder meer op hersenscans.
“Hoe dat voelt? Doe maar eens een wasknijper op je vingertoppen. Eerst denk je: is dit nou zó erg? Maar na een tijdje wil je er echt vanaf. En dan is die wasknijperpijn voor mij nog een góéde dag. Vaak is het erger, maar dan over mijn hele lichaam.”
Volgens hoogleraar gezondheidspsychologie Andrea Evers (Universiteit Leiden) loopt er in Nederland een grote groep mensen rond als Yvette Moerdijk. Pijn of vermoeidheid zonder duidelijke oorzaak, dus. “In ongeveer de helft van alle eerste huisartsbezoeken is niet duidelijk wat de klachten veroorzaakt”, zegt ze. “Een deel van de patiënten wordt vanzelf beter, bij een ander deel wordt bij een tweede of derde bezoek alsnog een oorzaak gevonden. Maar uiteindelijk blijft een groep van 2 tot 5 procent onverklaarde klachten als pijn of vermoeidheid houden.”
Lees hier het volledige artikel.