De neuscellen van jongeren met allergisch astma en hooikoorts zijn anders dan die van andere jongeren. Dat concluderen kinderlongarts Gerard Koppelman en promovendus Cancan Qi van het Universitair Medisch Centrum Groningen uit hun onderzoek, gefinancierd door het Longfonds.
Ook is er in de neuscellen verschil te zien tussen kinderen die met en zonder huisdieren opgroeiden. Het onderzoek legt voor het eerst een directe link tussen omgeving, celveranderingen en allergie en maakt diagnose van allergisch astma bij kinderen eenvoudiger. De resultaten van het onderzoek worden vandaag gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift The Journal of Allergy and Clinical Immunology.
Koppelman doet al jaren onderzoek naar veranderingen op het DNA die in de loop van het leven ontstaan. ‘Deze verandering noemen we methylering: er binden moleculen op het DNA die genen als het ware aan en uit kunnen zetten,’ legt Koppelman uit. ‘Die methylering hangt samen met je leeftijd, maar ook met allerlei omgevingsfactoren.’
Neuscellen van zestienjarigen
Het onderzoek werd uitgevoerd onder zestienjarige jongeren, die onderdeel zijn van het PIAMA-onderzoek. ‘In dit onderzoek volgen we kinderen uit heel Nederland al vanaf jonge leeftijd. We weten van alles van deze kinderen: of ze opgroeien met rokende ouders, huisdieren en luchtverontreiniging in de omgeving, bijvoorbeeld.’ Dankzij dit onderzoek zijn eerder al relaties gevonden tussen astma, roken van de moeder en luchtverontreiniging.
Lees hier het volledige artikel.