Huisartsen of hun praktijkondersteuners leggen tegenwoordig vaker ‘preventief’ een bezoek af bij oudere patiënten om toekomstige problemen in kaart te brengen en voor te zijn. Is het beter om min of meer steekproefsgewijs bij ouderen langs te gaan, of is het mogelijk ouderen te onderscheiden die het meest profijt zouden hebben van dergelijke bezoeken?
Het is mogelijk, maar veel scheelt het niet, aldus een groep Maastrichtse onderzoekers onder leiding van Mandy Stijnen en Maria Jansen. Zij zetten de studie ‘[G]OUD’ (‘Gezond oud in Limburg’) op waarbinnen de 2 methoden in 45 huisartsenpraktijken werden vergeleken: 562 willekeurige ouderen werden bezocht en 1180 anderen werden vooraf geselecteerd (laatste bezoek meer dan 6 maanden geleden, recent sterfgeval in gezin, onbekende cognitieve status, ≥ 2 chronische aandoeningen, gebruik van ≥ 5 medicijnen en/of alleenstaand).
Lees hier het volledige artikel.