Afspraken om zorg voor vrouwen met bekkenbodemklachten te verbeteren

De zorg voor vrouwen met bekkenbodemklachten door urine-incontinentie of een prolaps (baarmoederverzakking) kan nog beter. Alle betrokken zijn het erover eens dat onder meer het goed volgen van de richtlijnen en het bevorderen van gepast gebruik zullen resulteren in betere zorg.

De verbeteringen en de afspraken die de partijen hebben gemaakt om deze te realiseren, zijn vastgelegd in het verbetersignalement ‘Zinnige zorg voor vrouwen met bekkenbodemklachten’ dat het Zorginstituut vorige week heeft uitgebracht.

Bekkenbodemklachten bij veel vrouwen niet behandeld
Het verbetersignalement gaat over verbeteringen in de zorg voor vrouwen met twee typen bekkenbodemklachten:

  • prolaps (baarmoederverzakking)
  • urine-incontinentie (UI), waaronder stress urine-incontinentie (SUI, inspanningsincontinentie) en urge -urine-incontinentie (UUI, drangincontinentie);

Bekkenbodemklachten komen in Nederland bij vrouwen boven 40 jaar veel voor: 30-55 procent heeft UI-klachten en meer dan 40 procent heeft een prolaps. De klachten hebben grote gevolgen voor het dagelijks leven van deze vrouwen. Ze leiden tot angst, frustratie, hinder bij zitten en fietsen, minder lichamelijke en sociale activiteiten en seksuele problemen. Toch zoekt niet iedereen medische hulp: maar 28 van de 1000 vrouwen boven de 45 jaar gaan met hun klachten naar een huisarts. Dat komt doordat vrouwen de klachten vaak beschouwen als iets wat ‘erbij hoort’ en waaraan weinig te doen is.

Lees hier het volledige artikel.