Wie ziek is of een beperking heeft, verdient zorg en begeleiding. Maar hoe die zorg eruit ziet en wie die levert, is al jarenlang onderwerp van discussie.
Gemeenten zijn daarbij steeds vaker geneigd om een streep te halen door de persoonsgebonden zorgbudgetten (pgb’s), blijkt uit cijfers van de Sociale Verzekeringsbank. Ze hebben hun inwoners de laatste twee jaar een kwart minder pgb’s verstrekt, vooral uit vrees de greep te verliezen op de zorg. Woon je in zo’n gemeente die kiest voor zorg in natura, dan ben je dus afhankelijk van de zorg die de gemeente voor je inkoopt. De mogelijkheden om die zorg van bijvoorbeeld thuiszorgorganisatie of zorginstelling naar eigen inzicht vorm te geven zijn beperkt, en dat laatste maakt het pgb juist zo aantrekkelijk.
Wie een pgb heeft, hoeft zich immers niet te schikken naar de zorgverlener, want de zorgverlener plooit zich naar de wensen van zijn cliënt. Die koopt zelf zijn zorg in en kan daarbij eisen stellen. Zo kan iemand met psychische problemen een familielid met kennis van zaken tegen betaling inschakelen, om dagelijks de vinger aan de pols te houden. Dat is effectieve en relatief goedkope zorg, omdat familieleden vaak meer vertrouwd worden door cliënten én minder betaald krijgen dan professionele zorgverleners.
Lees hier het volledige artikel.