Mensen die geïnfecteerd zijn geraakt met SARS-CoV-2 maken binnen een paar weken antilichamen aan, maar de titers ervan nemen in de maanden daarna af.
Dit schrijven Jeffrey Seow e.a. in een artikel dat op de preprintwebsite MedRXiv is gepubliceerd. Peerreview heeft dus nog niet plaatsgevonden.
Zij onderzochten bloedstalen van 65 patiënten en zorgverleners bij wie SARS-CoV-2 met PCR was vastgesteld. Ruim driekwart was man, en de gemiddelde leeftijd was 55 jaar. Alle patiënten kregen een score van 0-5 naarmate de ziekte ernstiger was verlopen.
Vervolgens werden de *titers (*De titer van een bepaalde stof in het bloed is de verdunning waarbij deze nog aantoonbaar is) van verschillende anti-SARS-CoV-2-antilichamen gemeten op verschillende momenten. Van alle patiënten bij wie langer dan acht dagen na aanvang van symptomen bloed is nagekeken, werden neutraliserende antilichamen gevonden. De titers liepen onderling fors uiteen. De gemiddelde titers waren hoger bij degenen die ernstig ziek waren geweest, maar de tijd tot de hoogste waarde was niet verschillend. Ook bij patiënten die een asymptomatische infectie doormaakten waren echter soms hoge titers meetbaar.
Lees hier het volledige artikel.