Als bij de behandeling van reumatoïde artritis met tumornecrosefactor-α-antagonisten (TNF-antagonisten) aan de hand van de ziekteactiviteit wordt geprobeerd de dosis te verminderen, kan bij ongeveer twee derde van de patiënten de dosis worden afgebouwd of de behandeling compleet worden gestopt. Toch zijn de klinische resultaten van deze strategie voor een belangrijk deel vergelijkbaar met aanhoudend behandelen met TNF-antagonisten.Dit melden Noortje van Herwaarden en collega’s in BMJ (2015; epub 9 april).
Eerdere studies naar het afbouwen van de behandeling met TNF-antagonisten suggereren dat dit een veelbelovende strategie is, maar het is nog niet goed uitgezocht of dit ook werkelijk vergelijkbare klinische effecten geeft als standaard continue behandelen. Van Herwaarden en medewerkers van onder meer de Nijmeegse Sint Maartenskliniek begonnen daarom met een non-inferioriteitsstudie waarin beide strategieën werden vergeleken. Bij patiënten in de dosisreductiegroep (n=121) werd stapsgewijs geprobeerd om de duur tussen de injecties te vergroten totdat de ziekte opnieuw opvlamde of de behandeling kon worden gestopt.
Lees hier het volledige artikel.