We hebben de beste zorg van Europa, maar hebben we ook de aardigste?’ Zorgprofessionals doen over het algemeen erg hun best, maar het kan beter, vindt Niek van den Adel. Hij spreekt uit ervaring. Na een motorongeluk in 2010 heeft hij in drie academische en twee lokale ziekenhuizen gelegen. Inmiddels is hij professioneel trainer op het gebied van gastvrijheid en komt hij in veel zorginstellingen. Inhoudelijk is de gezondheidszorg erg goed, vindt hij, maar meer aandacht voor de patiënt als mens zou de zorg nog beter kunnen maken.
Dat is het wat Niek van den Adel vooral wil bereiken: het leven van zowel de zorgprofessional als van de patiënt, leuker maken door oprechte aandacht voor de mens. Hij brengt die missie met levendige verhalen en met veel humor en zeker niet met een waarschuwend vingertje.
“Een patiënt voelt het of er contact is van mens tot mens. Echt contact werkt. Ik kan me bijna geen enkele behandeling meer herinneren, en ik heb er veel gehad, maar ik weet me elke keer te herinneren dat een verpleegkundige even bij me kwam zitten als ik het moeilijk had. Dat zijn de momenten waarom het gaat. En dat vergeten we wel eens als het druk is.”
Lessen in aardig zijn
Het zijn kleine dingen die het verschil maken. “Waarom roept een arts vanaf een afstand de naam van een patiënt die in de wachtkamer zit? Waarom loop je niet even naar die persoon toe, en gebruik je dat minuutje lopen tussen wacht- en spreekkamer om te vragen hoe het is met de patiënt?. Het kost niet veel tijd, en toch voelt het anders. We zouden het ons zoveel leuker kunnen maken, als we dat zouden doen.”
Hoe mooi is het als in de status van de patiënt behalve de functionele, ook de emotionele aspecten zijn opgenomen. Dan kan de arts of de verpleegkundige daar even op terugkomen. Zijn uroloog had bijvoorbeeld in de status opgenomen dat Niek zou gaan trouwen. Bij het eerstvolgende bezoek vroeg hij hoe de trouwdag was geweest. Het lijkt klein, voor de patiënt voelt het groot.
Lees hier het volledige artikel.