Eerlijke afspraken tussen artsen en leveranciers van medische hulpmiddelen werden tot voor kort geregeld door de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH). Stichting GMH ziet toe op de naleving hiervan. Vanaf 1 januari 2018 is het verbod op gunstbetoon ook opgenomen in de Wet medische hulpmiddelen.
Daardoor kan vanaf die datum ook de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) optreden tegen partijen die verantwoorde samenwerking negatief beïnvloeden.
Al sinds enkele jaren zijn zorgprofessionals, waaronder artsen, en leveranciers van medische hulpmiddelen gehouden aan de Gedragscode Medische Hulpmiddelen (GMH). Deze gedragscode waarborgt dat er verantwoorde samenwerking plaatsvindt tussen artsen en leveranciers van medische hulpmiddelen. Zoals bijvoorbeeld een bijdrage in de kosten voor deelname aan een congres.
Los van het toezicht op de Gedragscode door Stichting GMH wil de overheid zelf kunnen optreden tegen partijen die een verantwoorde samenwerking tussen artsen en leveranciers van medische hulpmiddelen negatief beïnvloeden. Door het opnemen van een verbod op gunstbetoon in de Wet medische hulpmiddelen en de bijbehorende beleidsregels gunstbetoon medische hulpmiddelen die per 1 januari 2018 in werking treden kan IGJ optreden tegen een ieder die deze voorschriften overtreedt. Het toezicht zal worden uitgeoefend door zowel de Codecommissie van de GMH als IGJ. Uitgangspunt daarbij is dat de normen van de wetgeving en zelfregulering met elkaar overeen stemmen.
Lees hier het volledige artikel.