De nierfunctie is met een nieuwe methode beter te meten. Hierdoor kan een betere inschatting worden gemaakt van het risico op nierfalen en sterfte aan hart- en vaatziekten. De nieuwe methode is betrouwbaarder bij mensen met weinig spiermassa, zoals ouderen en mensen met chronische ziekten, en mensen die weinig vlees eten, bijvoorbeeld vegetariërs. De resultaten komen uit een groot internationaal onderzoek onder leiding van UMCG-nefroloog dr. Ron Gansevoort en worden vandaag gepubliceerd in de New England Journal of Medicine.
Wereldwijd krijgt ongeveer 10% van de bevolking te maken met een verminderde nierfunctie die op den duur kan leiden tot nierfalen en sterfte aan hart- en vaatziekten. Gansevoort: “Hoe eerder en hoe betrouwbaarder de mate van achteruitgang van de nierfunctie kan worden geschat, hoe gerichter de behandeling kan worden ingezet om bijvoorbeeld nierdialyse te voorkomen”.
Stabiel
Nierpatiënten zijn gewend dat hun nierfunctie wordt bepaald door het meten van de hoeveelheid creatinine in het bloed. “Creatinine is een afvalstof van spiercellen en het lichaam raakt het alleen kwijt als de nieren het in de urine uitscheiden. Hoe meer creatinine je in het bloed meet, hoe slechter de nieren dus werken”, legt Gansevoort uit. “We weten dat de methode met creatinine niet zo betrouwbaar is bij mensen met weinig spiermassa, zoals ouderen en mensen met chronische ziekten. Met de nieuwe methode meten we de hoeveelheid van een andere stof in het bloed, cystatine C. Dit is een afvalstof van álle lichaamscellen en de hoeveelheid ervan in het bloed is veel stabieler dan van creatinine”.
PREVEND
De onderzoekers hebben voor het eerst en overtuigend aangetoond dat de nieuwe methode een betere voorspeller is van nierfalen en sterfte aan hart- en vaatziekten. Hiertoe hebben zij de gegevens van 11 bevolkingsonderzoeken in Europa, de VS en Australië gecombineerd. De Nederlandse gegevens betreffen 8.000 mensen die hebben meegedaan aan de Groningse PREVEND-studie. In alle studies werden metingen op een zelfde manier gedaan, zodat vergelijkingen tussen de voorspellende waarde van creatinine en cystatine C mogelijk waren.
Kosten
“Voordat je een nieuwe test als standaard kunt invoeren, moet je weten of de stof een goede maat is voor de nierfunctie en of het een goede risicovoorspeller is. Dat laatste hebben we overtuigend aangetoond. Wel zijn de kosten voor de nieuwe test nog hoger,” vertelt Gansevoort. “Nu wordt het meten van cystatine C geadviseerd als aanvulling bij mensen met een mild gestoorde nierfunctie op basis van de creatinine meting om een betrouwbaardere schatting van hun prognose te krijgen. Door onze resultaten wordt de test mogelijk goedkoper omdat er meer vraag komt. Hopelijk volgt dan op termijn implementatie voor alle patiënten met nierfunctiestoornissen”.
Bron: UMCG