Een kind met bruine ogen van ouders met blauwe ogen? Onmogelijk, dat moet er eentje van de melkboer zijn. Nieuw genetisch onderzoek laat zien dat die theorie in de prullenbak kan. De genetica van oogkleur blijkt ingewikkelder dan gedacht: minimaal 61 genen spelen een rol.
Voordat genetische vaderschapstesten hun intrede deden, werd oogkleur gebruikt om te bepalen wie de vader van een kind was. Bruin werd gezien als een dominante oogkleur. Hadden de ouders blauwe ogen en het kind bruine ogen, dan werd het vaderschap in twijfel getrokken. Want waar kwam dan het gen voor bruine ogen vandaan?
Achterdochtigheid
Die achterdochtigheid is niet altijd terecht, weet hoogleraar Forensische moleculaire biologie Manfred Kayser. Hij is hoofd van de afdeling Genetische Identificatie van het Erasmus MC, die de genetica achter uiterlijk en de toepassingen daarvan in forensisch onderzoek bestudeert. ‘Tot voorkort werd het als onmogelijk bestempeld, maar nu blijkt dat twee ouders met blauwe ogen wél een kind kunnen krijgen met bruine ogen.’
Lees hier het volledige artikel.