Precies 50 jaar geleden publiceerde Paul Lauterbur in Nature het basisprincipe van MRI. Een revolutie binnen de geneeskunde. Sindsdien is MRI steeds gedetailleerder, maar ook duurder geworden. Hierdoor is MRI voor een groot deel van de wereldbevolking ontoegankelijk.
Hoogleraar aan het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), Andrew Webb, beschrijft deze week in Nature wat er nodig is om de hele wereldbevolking te laten profiteren van MRI.
Een kleine en betaalbare MRI? Dan vervang je toch gewoon dure materialen door goedkope alternatieven en verklein je het ontwerp? “Zo simpel is het helaas niet”, zegt Andrew Webb, hoogleraar Radiologie. “MRI is een complexe techniek. Om een kleinere versie te maken, die ook nog eens te gebruiken is op het platteland in Afrika, moesten we alle principes van MRI overboord gooien en helemaal vanaf nul beginnen.”
De supergeleidende magneet werd vervangen door duizenden kleine magneten en elektrische componenten werden opnieuw ontworpen zodat ze op minder stroom of op batterijen kunnen draaien. Ook werden algoritmen die MRI-beelden verwerken aangepast zodat ze ruis van buitenaf eruit filteren. Het resultaat? Een scanner van 75 kilogram en 50 bij 50 centimeter, die gemakkelijk en zonder speciaal gereedschap in elkaar gezet kan worden. En dat voor maar 1% van de kosten van een normale MRI.
Lees hier het volledige artikel.