Er is niet veel nodig om kleine, robuuste druppeltjes te laten ontstaan die zelfstandig kunnen groeien, zo laten experimenten van Nijmeegse onderzoekers zien. Of zo’n actief druppeltje ooit de start van het allereerste leven was, kunnen ze niet met zekerheid zeggen, maar ze weerleggen hiermee wel twee veelgehoorde bezwaren tegen deze theorie.
“Kijk, daar komen ze”, zegt promovendus Wojciech Lipiński. Hij heeft net een vloeistof toegevoegd aan een paar kleine bakjes die op een microscoop staan. In een donkere kamer vol apparatuur ergens in het Huygensgebouw van de Radboud Universiteit Nijmegen turen we naar een zwart scherm. Daarop verschijnen steeds meer felgroene rondjes, die geleidelijk aan groter worden.
Prachtig om naar te kijken, maar wat gebeurt hier eigenlijk? “Je ziet kleine, eenvoudige druppeltjes die groeien doordat ze moleculen uit de omringende oplossing omzetten in hun eigen bouwstenen”, zegt groepsleider Evan Spruijt, assistant professor fysisch-organische chemie aan de Radboud Universiteit. “Deze druppeltjes vormen zichzelf en zorgen er ook zelf voor dat ze groter worden, net zoals levende cellen dat doen. Hiermee laten we zien dat deze druppeltjes zinvolle modellen zijn voor protocellen, de voorlopers van wat uiteindelijk het allereerste leven is geworden.”
Lees hier het volledige artikel.