CAR T-celtherapie is een vorm van immuuntherapie. Bij deze aanpak versterk je het eigen afweersysteem van een kankerpatiënt, zodat het zelf de kwaadaardige cellen kan elimineren.
T-cellen zijn witte bloedcellen, afweercellen die in het bloed zitten. Wanneer ze in aanraking komen met een lichaamsvreemde stof, vermenigvuldigen ze zich. Met behulp van receptoren, een soort antennes, hechten ze zich aan de indringer en vernietigen die.
Bij onder andere lymfeklierkanker herkennen de T-cellen de kwaadaardige cellen onvoldoende als lichaamsvreemd. Om die T-cellen beter toe te rusten, waarna ze de kankercellen wél zien en onschadelijk maken, is CAR T-celtherapie ontwikkeld. Daartoe worden de T-cellen uit het bloed van de patiënt gefilterd om ze vervolgens te versterken.
Dat versterken gaat als volgt: in het laboratorium wil je de T-cellen zo ver krijgen dat ze het eiwit CAR (Chimere Antigeen Receptor) gaan maken. CAR is een verbindend tussenstukje dat buiten op de T-cel gaat zitten en dat de structuur van de kankercellen herkent. Omdat je dit eiwit niet zomaar in een T-cel kunt stoppen, wordt een onschuldig virus gebruikt om de genetische code voor CAR in de T-cel te brengen.
Lees hier het volledige artikel.