Grote prijsverschillen tussen Europese landen. Nederland betaalt vaak veel meer voor nieuwe, dure kankergeneesmiddelen dan andere Europese landen. De verschillen lopen op tot meer dan 50 procent. Dit blijkt uit internationaal onderzoek onder leiding van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, dat vandaag wordt gepubliceerd in The Lancet Oncology.
Nederland betaalt de hoofdprijs’, zegt Carin Uyl-de Groot, hoogleraar evaluatie van de gezondheidszorg aan de Erasmus Universiteit. Dat kan te maken hebben met een slechte onderhandelingspositie, denkt ze. ‘Wij hebben nooit, zoals sommige andere landen, een drempelwaarde gehanteerd voor de prijs van geneesmiddelen, dus farmaceuten kunnen vragen wat ze willen.’ Hoogleraar medische oncologie Koos van der Hoeven (Radboudumc): ‘Wij zijn een klein land en kunnen geen vuist maken. En als we al onderhandelen, beginnen we daar vrij laat mee, als een medicijn al op de markt is.’
Farmabedrijven overleggen met elk land apart over de prijs van kankergeneesmiddelen en laten daarbij geheimhoudingsdocumenten tekenen. De onderzoekers slaagden er voor het eerst in om van de 21 grootste kankercentra uit 15 landen toch prijsinformatie te verkrijgen. De gegevens zijn van groot belang in de discussie over de oplopende kosten van nieuwe kankergeneesmiddelen, een probleem dat in alle Europese landen de zorg onder druk zet. In Nederland is volgend jaar, vergeleken met 2014, 300 miljoen euro meer nodig, boven op de 675 miljoen die nu al aan geneesmiddelen tegen kanker wordt uitgegeven. Ziekenhuizen kunnen dat niet meer betalen, zo bleek deze zomer uit een rapport van KWF Kankerbestrijding.
Lees hier het volledige artikel.