Hoe groter de verstoring van de levensdoelen bij iemand die de diagnose kanker heeft gekregen, des te lager was hun kwaliteit van leven 18 maanden na de diagnose. Patiënten passen na de diagnose hun levensdoelen aan. Zij doen dit vooral door een ander type doelen te stellen of door hun doelen terug te schalen. Dit blijkt uit onderzoek van Moniek Janse van het UMCG. Zij promoveerde op 25 november op haar proefschrift aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Als iemand de diagnose kanker krijgt, kan dit zijn of haar hele wereld op zijn kop zetten. Plotseling bestaat het leven uit ziekenhuisbezoeken, medische onderzoeken en het leren omgaan met de fysieke gevolgen van de ziekte en behandeling. Deze levensverandering kan voorheen belangrijke activiteiten, wensen en doelen uit iemands leven, drastisch doorkruisen. In haar onderzoek ging Moniek Janse na wat de impact is van kanker op iemands persoonlijke doelen in het leven en hoe het zich ontwikkelt over tijd. Zij hield hierbij rekening met individuele verschillen in onder andere prognose en behandeling. Janse ging na in hoeverre de doelen van iemand verstoord waren; zij deed dit direct na diagnose en 7 en 18 maanden later. De doelverstoring was het grootst na de diagnose en nam daarna af.
Lees hier het volledige artikel.