Driekwart slapelozen slaapt beter na uur therapie. Na een simpele therapiesessie van een uur gaat bijna driekwart van de mensen met acute slapeloosheid beter slapen. Dit blijkt uit een onderzoek van Northumbria University.
De resultaten van het onderzoek zijn woensdag gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Sleep.
Aan het onderzoek deden 40 volwassenen mee die sinds maximaal 3 maanden last hadden van slapeloosheid. Ze gebruikten geen slaapmedicatie en hadden nog nooit cognitieve gedragstherapie gevolgd.
De proefpersonen werden in twee groepen verdeeld. Ze hielden allemaal een week een dagboek bij waarin ze de duur en kwaliteit van hun slaap noteerden.
Daarnaast beantwoordden ze een vragenlijst – de Insomnia Severity Index – waarmee vastgesteld werd wat voor type slapeloosheid ze hadden, hoe ernstig deze was en wat voor impact het slechte slapen had.
De ene helft volgde één-op-één een sessie cognitieve gedragstherapie van een uur. Ze leerden over slaap en de slaapbehoefte op verschillende momenten in het leven. Ook kregen ze informatie over slaaprestrictie: het principe dat je alleen de tijd die je nodig hebt om te slapen in bed mag doorbrengen.
Op basis van hun slaapdagboek adviseerden de onderzoekers hen op welk tijdstip ze het beste konden gaan slapen en weer opstaan. Daarnaast kregen ze aanvullende informatie mee naar huis. De andere helft, de controlegroep, kreeg geen hulp.
Lees hier het volledige artikel.