Els Møst onderzocht langdurige lichttherapie bij de ziekte van Alzheimer en ontdekte dat het depressieve klachten enigszins kan verminderen en de slaap kan verbeteren. Lichttherapie kan niet de cognitieve achteruitgang vertragen of de zorglast verminderen. De ziekte van Alzheimer gaat vaak gepaard met vele gedragssymptomen, zoals stoornissen in het slaap-waakritme en stemmingsproblemen. Deze zijn vaak gekoppeld aan het circadiane systeem. Circadiane ritmes (dag-nacht ritmes) worden aangestuurd door de biologische klok. Deze hersenkern heeft een eigen, intern ritme van iets meer dan 24 uur dat vooral door daglicht wordt gesynchroniseerd met het dag-nacht ritme van de aarde. Vooral bij dementerenden vervalt de regelmaat van de dag-nacht ritmes. Extra licht kan de sturende functie van hun biologische klok ondersteunen, zodat deze ritmes regelmatig blijven.
Bij de eerste meting voor aanvang van de therapie ontdekte Møst dat de ouderen met geheugenklachten meer depressieve symptomen hadden dan de gezonde ouderen. Verder bleek dat de Alzheimerpatiënten minder vaak slaapklachten hadden dan de gezonde ouderen in de onderzoekspopulatie, terwijl objectief juist slechtere slaap werd gemeten. Ook bleken diverse circadiane ritmes zich in verschillende stadia van ontregeling te bevinden tijdens de vroege stadia van de ziekte. Zo was het temperatuurritme verstoord, maar het slaap-waakritme nog intact.
Møst verwacht dat lichttherapie het meest effectief is als er zo vroeg mogelijk mee begonnen wordt, want het risico op het ontwikkelen van circadiane stoornissen is dan wel het kleinst. Daarbij het is belangrijk dat de patiënten en hun mantelzorgers van te voren goed voorgelicht worden dat eventuele verbeteringen geleidelijk zullen ontstaan en klein zullen blijven.
Bron: Gezondheidskrant